Lees alle verhalen

Coby de Haan van der Meulen (88): “Het waren geen verloren jaren”

Toen ik op 1 april 1949 met mijn moeder naar het consultatiebureau ging, werd waarheid waarvoor mijn moeder al vreesde: ik had TBC. De volgende dag werd ik opgenomen in sanatorium Caesarea in Ugchelen. Ik kwam bij vier meisjes op kamer te liggen en de stemming zat er al direct goed in. Ik kreeg bed 1 en dat hield in dat je heel stil moest blijven liggen. Zelfs je knieën mocht je niet opbeuren en dat een flink aantal uren per dag. Ook mocht je het bed niet uit.

Om de dag kreeg ik een injectie met wel heel kromme naalden en een vies drankje PAS genaamd. Om gauw beter te worden, kuurden we meer uren dan nodig. Na bed 1 kreeg ik bed 2 daar ik goed vooruit was gegaan. Maar dat kleine beetje vrijheid benutte ik teveel en viel weer terug. Daar leer je van en doet rustiger aan.

Het plezier wat we samen op de kamer hadden was zo groot. Er is zoveel gelachen, dat maakte het gemis minder. Ook handwerken en corresponderen bracht veel plezier, omdat we alles samen deelden.

Maar ik ging weer vooruit en een stapje hoger op de ladder. Ik mocht zelfs één keer per week in bad en voor de rest aan de wastafel wassen en één keer per dag alleen naar de wc. Dat al was een opluchting.

We mochten alleen bezoek hebben in het weekend. Zelfs dat was lastig want auto’s waren er nog niet veel en bussen reden op zondag minder. Ik zag mijn ouders maar eens in de zoveel maanden. Maar ik had een vriend die op de fiets kwam. Mijn werkgever zorgde ook voor bezoek één keer per maand en soms kwam er familie.

Mijn genezing ging net als van de andere meisjes goed. En zo kon het gebeuren dat we ook afscheid van elkaar moesten nemen. Huilen tranen met tuiten als iemand weg ging, maar er kwam al gauw een nieuw meisje bij die dan weer alle aandacht nodig had. Na ruim 30 maanden mocht ook ik weer naar huis. Het meisje naast mij was wel verdrietig. Zij was katholiek en op de kamer lag niemand anders met dat geloof. Ik had haar inmiddels zo vaak de rozenkrans horen bidden dat ik dat met haar samen ben gaan doen We hebben nog steeds contact en zeggen dat wel eens tegen elkaar ‘weet je nog van vroeger’.

Na ruim twee en een half jaar mocht ik weer naar huis en thuis een jaar rustig aan doen. Het waren geen verloren jaren, je leerde geduld, rust, vriendschap en nog veel meer. Ik heb nooit zoveel gelachen, want ondanks dat je lang in bed moest liggen, waren de kleine dingen zo leuk en belangrijk.

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.