Lees alle verhalen

Kras van Oijen (77): “Ik pakte alles aan om even te ontsnappen…”

Toen ik 17 was kreeg ik na een BCG-injectie te horen dat ik TBC (tuberculose) had. Ik zat toen op de opleiding voor kleuterleidsters in Den Haag en weet nog dat het schoolhoofd in de klas kwam vertellen dat mijn vader had gebeld om mij naar huis te sturen. Er was bij mij TBC geconstateerd! Daar voelde ik niets van, maar ik was wel besmettelijk voor anderen. Afschuwelijk! En daar ging ik dan met de trein naar Delft, waar ik woonde.

Ik werd daarna snel opgenomen in het sanatorium het Groene Kruis in Delft. De behandeling bestond grotendeels uit in bed liggen. Je ging van bed 1 naar bed 6, niet fysiek maar in de fase van genezing.

Ik lag in een soort houten keet met de deuren die dicht konden en begon met bed 1: volstrekte rust!

Als ik er nu aan terugdenk, was het niet zo verschrikkelijk. Maar toen ik mijn dag- en fotoboek erop na sloeg, kwam er wel veel naar boven! Bijvoorbeeld het ‘hevelen’ wat elke week moest gebeuren. Je kreeg een emaillen bak in je handen, en een slang werd in je keel gepord zodat er slijm naar boven kwam. Dat kon dan weer onderzocht worden.

De ‘strepto injectie’ kregen we ook. De zuster kwam dan de zaal binnen met een dienblad injectiespuiten. Grote dingen waren dat, zeker 25 cm! Als je geluk had, was het een zuster die goed kon prikken, anders moest het soms wel in drie keer.

We hebben veel onderzoeken gedaan die niet meer van deze tijd zijn.

We lagen met 8 dames op een zaal. De hoofdzuster was een enorme kenau die mij vaak terecht wees. Zij had geen enkel gevoel hoe het voor de patiënten was. Gelukkig had ik het getroffen met fijne mensen op de zaal, we hebben we veel plezier gemaakt.

Achter het houten muurtje van onze zaal was een revalidatie-afdeling voor oude vrouwen. We hebben ’s avonds vaak liedjes gezongen en dan zongen zij mee.

Na 7 maanden kuren moest ik geopereerd worden. Twee derde kwab moest van de linkerlong verwijderd worden. Dat gebeurde in het Bethel Ziekenhuis in Delft, door Dokter Verschuyl. Ik herinner me de vele vooronderzoeken zoals: bronchoscopie, spiro onderzoek, eiwitproef, theeproef, droogproef, lipiodol en de nodige bloedonderzoeken…

Voor de operatie kreeg ik een hoop injecties in mijn bovenbeen, ik leek wel een speldenkussen! Toen ik klaar was voor de operatie kwam een zuster zeggen dat het niet door ging. De anesthesist was ziek en omdat ik bij het ‘vuile werk’ hoorde moest ik wachten.

Ook kwam in de vroege ochtend Kapelaan Kaptein verschrikt mijn kamer binnen. Hij had opdracht gekregen om mij te bedienen (de laatste sacramenten). Het kwam niet direct bij mij binnen maar gelukkig werd ik gerustgesteld! Dat heb ik mijn hele leven onthouden.

Na een paar dagen moest het hele ritueel van prikken opnieuw doorstaan en is de operatie prima verlopen. Ik mocht weer naar het sanatorium waar ik nog 7 maanden uit moest kuren. Ik moest tot de laatste dag blijven om mijn TBC-verklaring te krijgen. Overdag zat ik buiten in een soort schuur zonder voorkant. ’s Nachts zat ik in een serre die aan de voorkant openbleef. De sneeuw lag op ons bed en de ganzen liepen onder de bedden door. Dat waren wel goede bewakers, want dan durfden we niet ons bed uit!

Er werden regelmatig in het recreatiegebouw toneelstukken opgevoerd en muziek gespeeld, waar je naartoe kon. Met kerst en Pasen waren er diners en lunch. Ook waren er kerkdiensten waar ik graag naartoe ging. Ik pakte alles aan om even te ontsnappen… Ook mochten de docenten van school bij mij langs komen om de studiestof bij te spijkeren. Het blokfluiten kon ik doen in een kamer in het recreatiegebouw. Dat vond ik heerlijk. Niet het fluiten, maar wel het uitstapje daarnaartoe.

Ik heb heel veel bezoek gehad van mijn ouders, broers en zussen, familie, vrienden en klasgenoten. De verplichte wandelingen die we onder begeleiding moesten doen waren ook een feestje voor mij. Even weg! En ook de mannenafdeling liep dan mee.

Toen ik met mijn TBC-verklaring het sanatorium gedag zei, was ik super blij. Ik slaagde cum laude voor kleuterleidster. Helaas lukte het niet snel een baan te krijgen. Dergelijke organisaties waren bang omdat ik TBC had gehad.

Ook toen ik een jaar later verkering kreeg vond mijn schoonmoeder het niet handig dat haar zoon zich in zou laten met iemand die TBC gehad had.

Maar gelukkig is alles goed gekomen. En is het nu 60 jaar later.

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.