Lees alle verhalen

Mirjam Botman-Overmars (62): “Ik had veel last van heimwee”

Ik was net zes jaar en had een nieuwe fiets gekregen, een mooie rode, toen bleek dat ik TBC had. Ik weet nog dat ik dat het ergste vond van alles: toen ik eenmaal thuiskwam uit het sanatorium, bleek de fiets ingeleverd omdat hij inmiddels te klein zou zijn.

In totaal 13 maanden moest ik naar het sanatorium in Berg en Bosch om te kuren. Eerst vooral in bed met regelmatig een bronchoscopie-onderzoek. Gelukkig ging dat onder narcose, daar weet ik weinig meer van. Later mocht je voorin de zaal op een bridge overdag.

Mijn ouders hadden geen auto en mochten twee keer per week op bezoek komen. Mijn moeder moest dan met bus, trein en bus de reis maken. Iedere week weer. Mijn broertjes mocht ik niet zien. Ik had veel last van heimwee en wilde niet eten. Je moest eten en het eten bleef rustig op het nachtkastje staan totdat je het wel opat, inmiddels steenkoud.

Ik herinner mij de kerst waarop mijn oma langskwam. Wij hadden iets van een oranje prutje te eten gekregen. Het lag nog op mijn bord en ik vond het ronduit vies. Als het niet werd opgegeten kreeg je geen toetje. Oma schoof het bord leeg in een plastic zak en deed dat in haar handtas. “Zo nu krijg jij toch je lekkere toetje.”

Er was een lieve zuster (zij staat op de foto). Verder waren het allemaal zeer strenge en barse zusters. Daar herinner ik me niet veel meer van, maar dit vertelde mijn moeder later. Een keer toen ik al op de bridge mocht, ben ik ‘s avonds met nog een paar meisjes wezen spelen in de zaal naast ons. Natuurlijk viel ik en had ik kapotte knieën. Ik kreeg daarop vreselijk op mijn donder.

Mijn zevende verjaardag vierde ik nog in het sanatorium en toen mocht ik eindelijk mijn broertjes weer zien. Toen ik naar huis mocht, gingen we om dit te vieren als gezin naar Ponypark Slagharen. Prompt kreeg ik heel dik opgezette ogen van de zon. Ik had 13 maanden nauwelijks de buitenlucht gezien!

Na mijn thuiskomst kreeg ik ieder jaar op mijn verjaardag een vreselijke bruine envelop, met daarin de oproep dat ik naar een consultatiebureau moest voor een controlefoto. Ieder jaar had ik weer de zenuwen voor slecht nieuws totdat ik zwanger was. Toen hoefde het niet meer.

Nu vele jaren later kreeg ik op mijn 61e de diagnose chronische lymfatische leukemie (CLL). Toen bleek dat de TBC nooit helemaal was genezen (dat konden ze in 1964 nog niet zien). Ik heb toen alsnog 4 maanden een antibioticakuur moeten volgen en ben dan nu eindelijk wel genezen. Die kuur was best lastig omdat ik daarbij ook een histamine dieet moest volgen vanwege sterke reactie op voeding. Gelukkig is er tegenwoordig een goed medicijn waardoor je niet meer jaren van huis moet en in bed moet liggen. En belangrijker nog: het is te genezen.

 

 

 

 

 

Sorry

De versie van de browser die je gebruikt is verouderd en wordt niet ondersteund.
Upgrade je browser om de website optimaal te gebruiken.